Ik begin te mopperen over wat ik allemaal niet doe maar wel zou moeten doen van mezelf. Zoals het schrijven van een column. Ooit heb ik besloten dat ik één keer per twee maanden een column zou schrijven en het is alweer véél te lang geleden.
De innerlijke criticus start op: “je bent zwak, je kunt je niet eens aan je eigen gemaakte afspraken houden, je hebt trouwens ook niks te melden….. en nog veel meer van die liefdevolle oordelen.
Ik heb publiek, mijn lief is bij me, dus ik begin mijn toestand maar eens tegen hem aan te houden. Ik houd een verhaal over het feit dat mijn creativiteit weer “stilstaat” en waar dat allemaal door komt. Via mijn lief probeer ik in mijn discussie met de innerlijke criticus gelijk te krijgen. Ik hoop dat ik bijval krijg zodat die kritische stem weer even zijn mond houdt. Het is gewoon héél moeilijk en het valt allemaal niet mee in mijn leven. Het is op zich al een hele prestatie dat ik überhaupt nog aan het schrijven van een column denk! Het publiek moet me daarin toch gelijk geven?
Helaas……het publiek reageert niet volgens plan. Mijn lief zegt dat ik mezelf wat wijs loop te maken. Au, dat doet pijn, ik krijg geen gelijk maar word hier doorzien, niet fijn. “Je bent gewoon bang en je bent allemaal verhalen aan het verzinnen om daar omheen te draaien. Ga je gang hoor, maar stop met de inzamelingsactie van smoezen via mij. DAT HELPT NIET!
Hij heeft gelijk: ik ben bang. Bang voor het oordeel van de wereld. Bang dat dit niet gewoon een column is maar bang dat het de slechtste column ooit is. En dat iedereen dat ziet. En dat werkt in alles door, zeker in het tot vorm komen in de buitenwereld. Ik meet me aan anderen en kom er vaak bekaaid af. De innerlijke criticus heeft alweer een mening klaar: “het is echt minder, het wordt nooit wat want je hebt geen discipline, je kunt nooit ergens goed in worden want je doet altijd alles maar half.
En dan zie ik de woorden: altijd, nooit, nergens, geen, iedereen, niemand, slechtste ooit. En iets in mij lijkt wakker te worden en te glimlachen. Wát een strijd, wat een onmogelijke opgave. En wat gaat deze strijd ten koste van een waardevol en levendig leven. Oordeel is er altijd, of ik nou iets zeg, niets zeg, iets doe, niets doe, dat maakt niet uit. En het doet er niet toe. Het enige wat er te doen is, is een leven te leven, en dat zo goed mogelijk te doen. That’s it.
Ik zit achter mijn laptop en schrijf omdat ik er zin in heb en het fijn vind. Mijn lief kookt, ik ruik basilicum, ik hoor bakjes ritselen, voetstappen in de keuken, borden schuiven, afzuigkap ruist, ik leef.
Eef Bruggink