Ik heb deze zomer goed contact gehad met de “voeler” die in mij actief is en die bepaalt of ik meer of minder gelukkig ben. Ik heb heel goed kunnen waarnemen dat mijn persoonlijkheid voortdurend bezig is met gelukplaatsbepaling. Het was een zomer met veel pieken en dalen als het om geluk ging.
Het lijkt een beetje op een spelletje “warm en koud” wat ik als kind vaak speelde met mijn zusjes. Je koos dan een voorwerp en de anderen mochten raden en als je in de buurt was met raden dan kon degene die aan de beurt was dat aangeven met warm, warmer, bloedheet. Ging de aandacht weer verder af van het gekozen voorwerp dan werd dit aangegeven met kouder, koud, stikkoud etc.
Die geluk-plaatsbepaler in mij houdt er zo haar eigen ideeën op na over hoe het moet zijn en wanneer het goed is of juist niet. Ze leeft van beelden en concepten over hoe het hoort en wat nodig is. Zodra er iets gebeurt, is ze er als de kippen bij om er meteen een betekenis aan te geven en kent ze er een gelukscore aan toe.
“Ha, alles gaat naar wens, iedereen is aardig, geen problemen, dit gaat de goede kant op Eef!” Één kritische blik, één keer straal voorbij gelopen worden door een buurman (met de bijbehorende conclusies in de trant van: “zie je wel, niemand ziet mij ooit”) en de gelukscore daalt weer. Dalen gaat sowieso sneller dan stijgen, valt mij op.
De geluk-plaatsbepaler geeft overal betekenis aan en werkt volgens het warm en koud principe. Als de situatie wordt beoordeeld als warm, voel ik me gelukkig en hoop ik dat het zo blijft. En dan gebeurt er ineens weer iets en slaat de wijzer weer uit naar koud en voel ik me ongelukkig en ga ik op zoek naar manieren om het geluk terug te vinden of liever nog te overtreffen. The only way is up toch?!
Op de momenten dat ik helemaal in het mechanisme gevangen zit, geloof ik echt dat ik, door bepaalde zaken na te streven, er in te geloven, mijn best te doen, noem maar op, daar gelukkiger van word. Ik laat me leiden door de omstandigheden en probeer ze in mijn voordeel aan te wenden. Mijn verlangen moet vervuld worden. En ik voel me eerlijk gezegd alleen maar leger worden, onbestemd. Het werkt niet. Elke nieuwe poging leidt tot een nieuwe vorm van ontevredenheid.
Het is een stroom die nooit stopt, totdat ik met gerichte aandacht kijk naar wat er nou precies gebeurt. Ik neem de tijd om naar mijn mentale bewegingen te kijken. Ik geloof dan niet alles wat ik denk maar onderzoek hoe ik denk. In meditatie zie ik dat mijn onbewuste geest niet anders kan dan zich steeds maar weer nieuwe doelen stellen, nieuwe hoop te hebben op de goede afloop, en steeds ook weer teleurgesteld raakt waarna ik weer een nieuw doel stel etc.
Ik zet steeds een nieuw gelukspunt in de tijd en tijd is lineair. Dat gelukspunt verplaatst zich steeds, blijft maar voor me uitschuiven. Het is geen vast punt. Het lijkt op die reclame waar een kind achter een koekje aan fietst wat papa bedient. Het koekje wordt nooit bereikt. Het kind blijft maar achter dat koekje aanfietsen in de hoop dat……
Totdat ik stop, voor een moment is er geen zoeken. In dat moment blijkt het helemaal niet om het koekje te gaan. Dan voel ik rust en kan ik contact maken met wat er is. Er hoeft dan niet zoveel, zelfs gelukkig zijn niet. Het is niet eens een thema. Er is dan geen vooruitgang, ook geen achteruitgang, het IS gewoon.
En dan begint de zoeker zich weer te roeren………………
Eef Bruggink