Het wordt me steeds duidelijker. Ik ben een heel gewoon mens met een heel gewoon leven.
Ooit deed ik enorm mijn best om vooral niet gewoon te zijn. Om bijzonder en apart te zijn. Om te laten zien dat ik een heel uitzonderlijk leven leidde. Ik investeerde me een ongeluk om maar vooral elke dag iets ongewoons mee te maken, ongewone mensen te ontmoeten, ongewone gedachten te denken.
Ik was er echt heel druk mee.
Het is alweer zo’n 15 jaar geleden dat een trainer tegen mij zei: ‘je bent maar een hele gewone vrouw’. Die woorden hebben me toen echt razend gemaakt. Hoe haalde die stomkop het in zijn hoofd om zo naar mij te kijken. Ik die altijd wat geks of leuks te melden had, ik die van alles meemaakte, ik die een hele moeilijke en ook gekke jeugd had gehad en het nu toch zo leuk deed, ik die zomaar alle schepen achter me verbrandde als mijn leven me niet meer boeide, ik …..Wat een blinde was die man zeg! Ik was in staat om stante pede de training te verlaten. WOEDEND!
Maar ik bleef en begon te voelen wat hij met deze woorden eigenlijk tegen mij zei. Ik begon een rust te ervaren, een stilte. En een heel fijn en waarachtig niet meer moeten. Alsof mijn schouders ineens 50 centimeter lager zaten. Het opgefokte en opgejaagde gevoel was verdwenen. Ik ben die trainer hier nog steeds dankbaar voor.
En hoe ouder ik word, hoe gewoner het leven wordt (of hoe meer ik kan zien hoe gewoon het leven is). Ik heb een gewoon leven met heel veel vaste ritmes en patronen. Ik sta op, eet mijn yoghurt met banaan en muesli, altijd uit het speciale bakje met speciaal eierlepeltje want-dat-klinkt-zo-lekker-als-ik-eet, ik ga naar de wc (tja, ook zo’n patroon), naar de sportschool, half uurtje zwoegen op een apparaat, terug, kopje koffie ….en zo door. Ik houd van dit ritme. Het doet me goed, het geeft me rust, het stemt me diep van binnen erg tevreden. Ik houd van mijn gewone leven, mijn gewone leven is goed voor mij.
Vind ik dat erg? Meestal niet. Maar soms, soms laat ik me meeslepen met berichten die oproepen tot ‘faster, shorter, kicking en new’. En daar ben ik toch elke keer weer gevoelig voor, dat kan ik niet ontkennen. En dan word ik onrustig en raak ik geïrriteerd en doe ik weer een poging om toch die ontzettend spannende vrouw te zijn met dat onwijs mooie leven. Dan start er weer een ‘ongewoonheidsproject’ op. Maar het brengt me alleen maar onrust, ontevredenheid, een in het wilde weg zoeken en niet vinden, het brengt me heel ver af van mezelf. En als ik dat in de gaten heb, spreek ik de ooit zo gehate woorden uit: ‘ik ben een hele gewone vrouw’. En dan voel ik hoe mijn schouders ontspannen, ik voel ruimte in mijn buik, er ontstaat een diepe tevredenheid en rust. Het maakt me aan het lachen.
En ik ga het ook niet meer uitleggen aan de faster-shorter-kicking-en-new-aanhangers. Er is echt niets mis met mij, ik ben ook niet depressief. Ik ben een gewone vrouw met een gewoon leven en daar ben ik gewoon tevreden mee.
Eef Bruggink