Ik ben de laatste tijd zó efficiënt, dat is echt geweldig. Alles loopt gesmeerd en ik ben als een geoliede machine.
En ik bereik écht veel: de keuken is schoon, de tuin is aangeharkt, de auto gewassen en gestofzuigd, de administratie is op orde, opleidingen voor het najaar zijn al voorbereid, mijn lief krijgt tussen de bedrijven door een kusje….
En ineens vraag ik mezelf af: “Waar is het plezier gebleven?”
Ik ben zo enorm efficiënt geworden dat ik het plezier overal uit heb gemanaged.
Op het moment dat ik me realiseer waar ik mee bezig ben, ga ik voor het eerst sinds lange tijd écht in een stoel zitten (en niet op het puntje om van daaruit snel weer in de actie te kunnen schieten).
Waar gaat het om en waar ging het mij om?
Fijn dat alles helemaal op orde is maar ik voel geen relatie meer met mijn omgeving. Ik voel mezelf eigenlijk ook helemaal niet meer. Hoe efficiënter ik word, hoe meer mijn blik gericht raakt op wat er allemaal (nog) niet goed is of anders moet. Ik probeer rust te bereiken door alles zo efficiënt mogelijk te maken. Maar die rust komt nooit, ik word alleen maar onrustiger. Er blijft altijd iets te doen, te optimaliseren en te bereiken. Mijn lijstjes zijn nooit afgewerkt maar blijven groeien.
Het is een klein meisje in mij wat zo verlangt naar rust en ontspanning. Zij kent echter maar één manier om dat te bereiken. Ze gaat meteen iets doen. Ze moet het voor elkaar boksen. Ze heeft nooit ontdekt dat rust en ontspanning gegeven zijn. Zij denkt dat ze er hard voor moet werken. Haar wereld is een tamelijk benauwde.
Maar gelukkig werd ik een handje geholpen; ik werd uitgenodigd voor een strandfeestje. En ik ging…natuurlijk kwam het niet zo goed uit want ik moest nog zoveel doen en dit feestje fietste dwars door mijn agenda.
Toen ik aankwam op het strand gebeurde het direct. Ik was dáár en nergens anders. Ik was dáár, met die mensen, en meer was er niet. Ik hoefde nergens aan te werken, ik hoefde niets te bereiken, ik hoefde er alleen maar te zijn. Wat heerlijk om dat te ervaren. De zee, de grote begrenzer van mijn tomeloze activiteitenbehoefte, legde mij stil. Het was alsof mijn ogen weer open gingen, alsof ik sinds lange tijd weer echt kon zien en waarnemen. Ik realiseerde me hoe ik mezelf had opgesloten in ideeën, voornemens, oordelen en acties. Hoe benauwd het was geworden.
En het werd weer ruim in mij. Tot mijn plezier ontdekte ik dat ik naast mijn handdoek zat, met mijn kont in het zand. Ik speelde in de golven. Er kwam geen eind aan deze ervaring. Het was allemaal verre van efficiënt, maar wat was het heerlijk om zo de tijd door te brengen. Ik ben blij dat ik weer kan lummelen!
Eef