‘Ik ben al weken niet meer aangeraakt’, zegt een lieve vriendin wanneer we elkaar aan de telefoon hebben. Die komt binnen zeg. Ik moet denken aan een posting die ik gisteren op LinkedIn voorbij zag komen: ‘Ruimte scheidt de lichamen, niet de geesten (Erasmus)’. Ik vermoed dat hij geplaatst is om hoop te geven. We zijn dan niet lijfelijk bij elkaar maar we blijven verbonden hoor! No worries there. De quote klopt natuurlijk, maar hij dekt de lading niet. Lichaam en geest zijn niet te scheiden zonder een prijs te betalen.
Ik heb de afgelopen weken kunnen ervaren dat het ontbreken van fysieke nabijheid iets verandert in het contact. Kun je een goed gesprek hebben? Zeker wel. Kun je samen lachen? Absoluut! Kun je samen huilen via facetime? Daar wordt het al wat lastiger. Ik heb het meegemaakt. Ik wil wat doen, maar kan niets doen. Voel me een raar soort voyeur ineens. Dat voelt echt heel anders dan wanneer ik samen met de ander in de ruimte ben. Ik voel me tekort schieten. Gatverdamme. ‘Laten we de volgende keer maar niet zo diepgaand zijn. Laten we het luchtig houden’. Dit soort gedachten heb ik nooit als ik fysiek bij de ander aanwezig ben.
En er gaat nog zoveel meer verloren als ‘de lichamen gescheiden zijn’. Aanvoelen, invoelen, ruiken, aanraken….kan allemaal niet.
Ik begin me ernstig zorgen te maken over de gevolgen van het nieuwe normaal: de 1,5 meter maatregel. Ik verbaas me ook over het gemak waarmee deze regel lijkt te worden geadopteerd als iets blijvends. Ik zie hoe er pogingen worden gedaan om het te ‘verleuken’. Leuke foto’s van coaches achter een plastic zeil, meldingen van hoe fijn de zoom-training is verlopen.. Maar het ís niet leuk. Ik lig er wakker van, ik zie het gewoon niet voor me.
Buiten het feit dat ik twijfels heb of ik mijn werk nog wel kan blijven doen, ik wil geen concessies doen aan het contact en de fysieke aanwezigheid, maak ik me ook zorgen over de mensen in zijn algemeenheid. Welke effecten gaat het hebben als aanraking een schaars goed wordt? Als nabijheid strafbaar wordt?
Allerlei wetenschappelijk onderzoek wijst uit dat aanraking veel positieve effecten op ons mens-zijn heeft. Naar mijn idee begonnen we de kracht van aanraking nog maar net te begrijpen en nu is daar COVID-19 die roet in het contact gooit.
Hoe moet dat gaan met al die contact-beroepen? Zelfs Amma, de knuffel guru, knuffelt niet meer. Ze is een van de weinige vrouwelijke leermeesters die wereldberoemd is. Het verhaal gaat dat ze als kind al bij de arme mensen uit haar vissersdorp langs ging om ze te omhelzen. Want meer nog dan een gebrek aan eten en drinken, hebben ze gebrek aan liefde, volgens Amma. Zo begon haar spirituele missie: het over de hele wereld verspreiden van de boodschap van waarheid, liefde en mededogen door iedereen te omhelzen. Tot voor kort reisde Amma de wereld rond om de lijdende mens op te beuren met inspirerende woorden en haar troostende omarming.
Nu heeft ze alleen nog haar woorden tot haar beschikking. Ook Amma is noodgedwongen overgestapt op video boodschappen. Ik heb ernaar geluisterd en gekeken. Ze ziet er echt heel lief uit en haar stem klinkt hoopgevend en liefdevol. Maar de heling zit toch vooral in haar omhelzing, daar teren mensen jaren op.
Ik pleit niet voor voortdurende knuffels en innige omhelzingen (we hebben MeToo ook nog). Ik ben al dolgelukkig wanneer we weer gewoon naast elkaar kunnen zitten, af en toe een hand op iemands arm kunnen leggen, een arm om iemands schouder kunnen slaan, van dichtbij in iemands ogen kunnen kijken en af en toe een dikke knuffel kunnen uitdelen.
Eef